-
1 revancheren
〈wederkerend werkwoord; zich revancheren〉♦voorbeelden:1 zich voor iets op iemand revancheren • se venger sur qn. de qc. -
2 revancheren
-
3 zich voor iets op iemand revancheren
zich voor iets op iemand revancherense venger sur qn. de qc.Deens-Russisch woordenboek > zich voor iets op iemand revancheren
-
4 zich voor een matig optreden revancheren
zich voor een matig optreden revancherenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zich voor een matig optreden revancheren
-
5 revanchieren
revanchieren, sich〈 informeel〉1 revanche nemen, zich revancheren ⇒ wraak nemen2 zich revancheren ⇒ iets terugdoen, een wederdienst bewijzen -
6 live down
live down♦voorbeelden: -
7 live down a poor performance
-
8 wettmachen
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Французский